Van gisteren tot morgen
De geschiedenis van de Cité des Électriciens in het kort
De Cité des Électriciens is tussen 1856 en 1861 aangelegd door de Compagnie des mines (mijnmaatschappij) van Bruay om de gezinnen van mijnwerkers die in mijn nr.1 werkten, te kunnen huisvesten. Voor de straatnamen van de Cité koos de Compagnie des mines grote geleerden die ontdekkingen hebben gedaan op het gebied van elektriciteit: Ampère, Marconi, Volta, Edison, Coulomb, Franklin, Laplace, Faraday, Branly en Gramme. Vandaar dat de wijk “Cité des Électriciens” genoemd wordt.
Het is de oudste nog bestaande mijnwerkerswijk in het Mijnbekken van de Pas-de-Calais. Deze wijk bekleedt een sleutelpositie in de geschiedenis van de arbeiderswoning. We krijgen hier een uitzonderlijk voorbeeld van de architectuur van de eerste mijnwerkershuisjes en bovendien kunnen we zien hoe de arbeiderswoning zich in de 19e eeuw geleidelijk heeft ontwikkeld.
De configuratie is sinds de aanleg niet veranderd. De wijk bestaat uit zeven huizenrijen parallel aan de Rue Anatole France en twee rijen haaks daarop. De wijk is volledig bewaard gebleven dankzij het behoud van de carins (bijgebouwen) en de voyettes (steegjes).
De wijk werd sinds het stopzetten van de mijnactiviteit in Bruay-La-Buissière (1979) verwaarloosd en in 2008 verlieten alle bewoners geleidelijk aan de Cité. Een kunstenaarscollectief uit Marseille Les Pas Perdus hield er vervolgens een eerste artistiek evenement. De groep nodigde uit tot een andere blik op dit onderdeel van de mijngeschiedenis door de Cité in een aparte, poëtische wereld onder te dompelen. Dit geschiedde met de hulp van de bewoners, die actief hebben bijgedragen aan de transformatie van hun leefmilieu. Daarna hebben kunstenaars als Gilles Bruni – met Campement – en François Andès – met Le singe qui lèche – er artistieke experimenten opgezet tot aan de feitelijke start van de rehabilitatiewerkzaamheden in 2013.
Kenmerken van de rehabilitatie en geest van het project
De Cité des Électriciens, gerehabiliteerd door Agence d’architecture Philippe Prost in samenwerking met agence de paysagisme FORR, museumkundigen van agence Du&Ma en Villar+Vera voor de bewegwijzering, laat op perfecte wijze zien dat het behoud van historische gebouwen hand in hand kan gaan met duurzame ontwikkeling. Door het bestaande in stand te houden en hieraan nieuwe bestemmingen te geven, blijft de Cité behouden en wordt aangepast aan nieuwe woonvormen en de uitdagingen van de milieuproblematiek. Drie huizenrijen blijven eigendom van sociale woningverhuurder Maisons & Cités, die er tien sociale woningen in heeft aangelegd, waarmee de oorspronkelijke bestemming van de Cité in stand is gebleven.
De Cité werd in 2009 ingeschreven op de Franse Monumentenlijst en in 2012 was het één van de vijf grote mijnlocaties van het Mijnbekken toen dit op de werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst werd als Evolutief en levend cultuurlandschap. Al deze locaties hebben als eigenaardigheid dat ze zowel de geschiedenis als de toekomst van het grondgebied gestalte geven. Deze plekken moeten een aanzet zijn tot vernieuwing, precies daar waar de steenkoolindustrie haar grootste bloeitijd heeft gekend.
De Cité des Électriciens is een plek waar erfgoed, cultuur en toerisme nauw met elkaar verweven zijn. Met de artistieke creaties, moestuinen, stadsgîtes en uitleg over de bouwwerken uit het mijnverleden, is het niet alleen een woonplek maar ook een plek waar de geschiedenis levend wordt gehouden, gekenmerkt door een veelzijdig en multidisciplinair karakter. Bovendien draagt de Cité waarden uit als collaboratief leren, het delen van kennis en de wil de bewoners bij de projecten te betrekken.
De wijk ligt zowel aan de rand van de stad als van landbouwgronden en zet daardoor aan na te denken over de toekomst van het hele grondgebied.